Watertekort oplossen met een Olla

Noodgedwongen door de droogte hier in Limburg moet ik gaan nadenken over mijn watergeef strategie. Door gebruik te maken van ’n bekende permacultuur techniek, het mulchen, zorg ik er al voor dat er minder water verdampt. Het afdekken met hooi materiaal zorgt er ook voor dat er op lange termijn meer humus in de grond komt. Meer humus in de grond zorgt ervoor dat die grond beter water kan vasthouden. Dat is ook een van de belangrijkste redenen dat ik zoveel compost nodig heb. Compost kun je namelijk ook als mulch laag gebruiken.

Een andere strategie is water verzamelen. Eén blauwe waterton was al op de boerderij aanwezig. Onze binnenplaats planten worden hiermee voorzien. In de loop van de jaren heb ik elke keer als ik een grote ton kon krijgen die meegenomen. Daardoor heb ik nu in totaal al vier regentonnen staan.

Als de linkse regenton vol is loopt via het witte slangetje het overtollige water naar de rechtse regenton. Zo kan ik met één goot twee tonnen vullen. Goed voor 380 liter regenwater. Links langs de rode muur is de doorgang naar de groentetuin. Ongeveer 20 meter verwijderd van de watertonnen.

Helaas zijn die 4 regentonnen niet genoeg voor deze zomer. Op woensdag 17 juli heb ik met kraanwater een uur lang gieters gesjouwd om mijn permanente groentebedden te voorzien van water. Dat is dan wel gratis sportschool, maar leuk is anders.

Afgelopen zaterdag, 20 juli, viel gelukkig de lang verwachte regenbui. Wel 8 mm waardoor 3 regentonnen zo goed als gevuld werden. Het was heerlijk om in de kas naar het getik op de ruiten te luisteren.

Sinds een tijdje ben ik me aan het verdiepen in een oude techniek. Het gaat om een terracotta pot met deksel die Olla wordt genoemd. Deze graaf je tot de hals in, vul je met water en dan doe je de deksel erop. De aardewerken potten zijn licht poreus omdat ze niet op hoge temperaturen gebakken worden. Daardoor kan water door middel van osmose naar de aarde sijpelen. Plantenwortels zoeken naar vocht en groeien als het waren naar zo’n pot toe.

De wetenschapper David A. Bainbridge heeft er in zijn academische studie Super-efficient irrigation with buried clay pots veel onderzoek naar gedaan.

Als experiment heb ik ’n oude aardewerken bloempot, waarvan ik ’t gat met een kurk heb dicht gemaakt, bij de kweepeer ingegraven. Een schaaltje heb ik omgedraaid en als deksel gebruikt. Iedere 5 á 6 dagen vul ik de pot bij.

Voordat ik dit gedaan had stond de boom er een beetje verlept bij. Na drie weken kan ik concluderen dat dit bijzonder goed werkt. De kweepeer staat er nu veel beter bij, het blad is niet meer verlept en heeft een mooie donker groene kleur.

Hier zie je de kleipot in de grond zitten. De deksel ligt erboven en wordt na het maken van de foto op de pot gelegd.