Vandaag heb ik weer zuurdesembrood gemaakt. Deze keer is het erg goed gelukt. Yes! Mijn starter, dat wat het brood doet rijzen, is “alive & kicking”.
Leren zuurdesembrood maken is een soort van materiaalonderzoek. Een starter is een levend wezen. Ik heb hem zelfs een naam gegeven: Mister Blue.
Wekelijks verzorg ik hem met een paar lepels meel en wat lauw warm water. Vervolgens laat ik het een paar uur in de warme keuken staan en roer af en toe goed met een houten lepel. Dan gaat hij bubbelen, er komt koolzuur vrij. Een teken dat hij goed actief is. Vervolgens gaat hij een week de ijskast in, waar de micro-organismes in ruststand gaan.
(Op de site van de Bisschopsmolen staat een goed zuurdesemstarter recept.)
Ik heb Mister Blue wel eens drie weken vergeten. Stiekem was ik toen bang dat hij dood was gegaan. Maar nee hoor! Hij kon meer hebben dan ik dacht. Wat hij dan wel doet, is een helder vloeistof afscheiden aan de bovenkant. Dat giet je af en vervolgens, hup, weer meel en water erin om op te starten. Als ie fris zuur smaakt en diep fruitig ruikt is hij helemaal gezond.
Vorig jaar heb ik een dagworkshop broodbakken gevolgd bij Evi van de www.bakster.nl. Dat was zeer waardevol om de fijne kneepjes van ’t vak te leren. En super gezellig omdat ik samen met mijn zus ben gegaan.
Het wekelijks bijhouden, en ’t bakken van het zuurdesembrood, maakt dat ik mijn starter nu echt heb leren kennen. Ik behandel hem als een klein actief vriendje dat me helpt om gezond brood te maken. En dat van alleen maar meel, water en een beetje zout!
Wil je het ooit zelf proberen, kom dan wat starter bij me halen.
Ik deel Mister Blue graag met je.