Wat kun je met de overvloed van Moeder Aarde? In de herfst is er een niet aflatende stroom van rijpe producten. Het bewaren en inmaken zorgt ervoor dat je in de winter en voorjaar daar ook nog van kunt genieten.
Het geeft mij veel voldoening als ik de kelderkast induik en er bijvoorbeeld met een pot appelmoes uitkom voor bij het eten.
Of kruisbessen voor de “staekbeere”vlaai.
Nu ik dit hier zit te schrijven heb ik een lekker stukje om op te eten, heerlijk!
Sinds ik het vlaai maken ontdekt heb weet ik dat ik dit jaar meer vlaaivullingen ga inmaken. Pruimen, kersen, rabarber, kruisbessen en kweepeermoes.
Mijn favoriete recept komt uit het boekje Vlaaien Bakken van Netty Engels-Geurts. Het is gedrukt in 1978 en staat vol heerlijke recepten. Zij gaan uit van 30 cm vlaaivormen maar omdat ik alleen twee 24 cm vormen heb, is het recept wat ik gebruik aangepast voor deze maat.
Voor het deeg van twee vlaaien heb ik nodig:
– 300 gram (spelt)bloem
– 7 gram gist (droog)
– 120 ml melk
– 2 eidooiers (’t wit kun je dan gebruiken voor schuim van te maken)
– 20 gram suiker
– 3 gram zout
– (+ eventueel 20 gram boter)
Eerst maak ik de gist met een beetje lauwwarme melk aan. Vervolgens meng ik alles in een kom. Dit deeg laat ik rijzen tot het verdubbeld is, meestal duurt dit een uurtje. Dan verdeel ik het deeg in twee delen en rol het uit met de deegroller tot ronde lappen die de vorm bedekken. Dit laat ik weer een half uurtje rijzen.
Dan prik ik er met een vork gaatjes in en beleg het met mijn fruit van keuze. Vervolgens komen daar de kruimeltjes op die ik maak van een mengsel van 100g bloem/60g boter/60g suiker.
Het wordt gebakken in een voorverwarmde oven op 220C zo’n 25 tot 30 minuten.
Smakelijk!